Lirieke: Conny Vandenbos. Als Vreemden.
Ik wist dat het voorbij was, die avond, want ik voelde
Dat jij niet meer van mij was, hoe lief je 't ook bedoelde
Wij zochten nog wanhopig wat warmte bij elkaar
Maar jij kon mij niet troosten
En ik kon jou niet troosten
Wij waren vreemden
Ik wist; er was geen ander, nee, dat was niet de reden
Wij hadden met elkander een niemandsland betreden
Waar enkel nog een vage herinnering bestond
Waar wij elkaar ontmoetten
En stil elkander groetten
Als vreemden
Nooit meer zal jouw hart mij warmen
Nooit meer ga ik slapen om van jou te dromen
Nooit meer mag ik jou omarmen
Nooit meer dat verlangen als ik weet dat jij zult komen
Ik wist dat het voorbij was en toch dacht ik nog even
Dat jij nog steeds van mij was, ook wanhoop doet soms leven
Hoe kon ineens een liefde die werkelijk heeft bestaan
Twee mensen zo verlaten
Dat zij d'r over praten
Als vreemden
Als vreemden
Dat jij niet meer van mij was, hoe lief je 't ook bedoelde
Wij zochten nog wanhopig wat warmte bij elkaar
Maar jij kon mij niet troosten
En ik kon jou niet troosten
Wij waren vreemden
Ik wist; er was geen ander, nee, dat was niet de reden
Wij hadden met elkander een niemandsland betreden
Waar enkel nog een vage herinnering bestond
Waar wij elkaar ontmoetten
En stil elkander groetten
Als vreemden
Nooit meer zal jouw hart mij warmen
Nooit meer ga ik slapen om van jou te dromen
Nooit meer mag ik jou omarmen
Nooit meer dat verlangen als ik weet dat jij zult komen
Ik wist dat het voorbij was en toch dacht ik nog even
Dat jij nog steeds van mij was, ook wanhoop doet soms leven
Hoe kon ineens een liefde die werkelijk heeft bestaan
Twee mensen zo verlaten
Dat zij d'r over praten
Als vreemden
Als vreemden
Conny Vandenbos